Op naar Albanië!
- SpruitBus Janine

- 15 dec 2024
- 11 minuten om te lezen
13 december
Het is weer een mooie dag vandaag. De zon schijnt weer. Mooi uitzicht hoor om mee wakker te worden!

Tegen het einde van de ochtend stappen we op de fiets om een rondje te gaan fietsen.
Eerst fietsen we een stukje langs de kust, gaaf hier dat je gewoon je auto pal naast het strand kunt zetten. Dat kennen we in NL op de Brouwersdam na niet denk ik!
Er zou een soort kasteeltje verderop staan, dus daar gaan we heen en buigen van de kust af. Het is heerlijk fietsen zo, Gerben fiets in z’n t-shirt, ik heb een dun vestje aan.

Aangekomen bij de heuvel waar het kasteel op staat blijkt deze in de wintermaanden gesloten te zijn. Dus fietsen we maar verder. Het is hier nu oogst periode voor mandarijnen. We fietsen door de fruitboomgaarden en zien heel veel mandarijnen. Er is veel bedrijvigheid. Bijzonder om te zien dat de mandarijnen die wij met kerst hebben hier nu geplukt worden.

Ook citroenen en olijven worden geoogst. We komen op een splitsing waar we eigenlijk een wat drukkere weg op zouden moeten, maar een andere keuze is er niet. Het leek trouwens een grotere weg, maar dat viel uiteindelijk erg mee. We fietsen door een klein dorpje, omzeilen wel de gaten in de weg.
Uiteindelijk komen we aan in de kustplaats Igoumanitsa waar we eerder met de bus ook al doorheen kwamen. We gaan even zitten omdat we op google even een restaurantje willen uitzoeken. Ik heb zin in pizza, maar alle italiaanse restaurants gaan laat in de middag pas open. Bij een staan er geen openingstijden, daar fietsen we maar heen. Het is hier druk en chaotisch, we wurmen ons overal tussendoor. We vinden weliswaar een fietsenstalling en parkeren de fiets. Als we het restaurantje gevonden hebben blijkt het ook dicht te zijn. Dus helaas geen pizza. Na een woordenwisseling, ja mensen die hebben wij ook, besluiten we toch om weer terug naar de camper te gaan. We gaan nog even naar de supermarkt en halen wat lekkere dingen.
Terug op de camping gaat Gerben een beetje rommelen aan de bus en zet de fietsen weer achterop. Het is trouwens leuk hoor aan het strand staan, maar zand in de bus is echt verschrikkelijk. We hadden al het vloerkleed eruit gehaald zodat je makkelijk kunt vegen, maar je blijft bezig. Op de camping zijn meerdere katten, waaronder ook 3 kittens. 1 is echt een stuk kleiner dan de andere 2, hij oogt ook zwakker. In de supermarkt hadden we wat kittenvoer meegenomen. Ik pak het katje op en we maken zijn oogjes schoon. Ondertussen doet Gerben het natvoer op een bord op tafel. Zodra het katje dat ruikt duikt hij echt op het eten af. Hij eet het hele zakje op. En dat is echt veel voor zo’n klein beestje. Hij is gewoon niet sterk genoeg om op te boksen tegen zijn broertjes en zusjes en eet daardoor te weinig. We moeten ons best doen om de andere katten op afstand te houden. Er is een heel klein beetje over, dat mogen zij.

Na alles schoongemaakt te hebben is de bus weer klaar om morgen te vertrekken. Morgen wordt er trouwens slecht weer voorspeld. Zowel hier als in Albanië. Morgen willen we de grens met Albanië oversteken.

14 december
Vanmorgen staan we redelijk op tijd op. We doen nog de laatste dingen voor vertrek. Grijs water legen, toilet legen, water vullen, vloerkleed er weer in. Bij de receptie ga ik nog even betalen. Dit keer is het een oudere vriendelijke man. Hij spreekt niet echt Engels, maar desondanks is hij vriendelijk.
De route loopt een stukje langs waar we gisteren gefietst hebben. Het is vrij rustig op de weg. We naderen de grensstreek, in bijna alle landen heeft dat toch een soort andere sfeer ofzo.
Met een klein uurtje komen we bij de grens. Eerst de Griekse kant. Het is altijd even kijken hoe het werkt bij zo’n grensovergang. Hier moet je blijkbaar uitstappen en je melden bij een loketje. Ik ga met de paspoorten en kentekencard naar het loketje waar ‘police’ staat. De paspoorten worden bekeken en alles is in orde. De man zegt dat ik naar de customs moet en paar ramen verder. Ik meldt mij bij het loket. De vrouw vraagt of ik al bij police ben geweest, ik zeg van ja, ‘ oke bye’ zegt ze. Oke prima. Dat was de Griekse kant. We rijden een stukje verder en komen bij de Albanese kant. Eerst bij een loketje. De man kijkt in eerste instantie niet op en gaat verder waar hij mee bezig is. Uiteindelijk kijkt hij op en pakt de paspoorten aan. Ze gaan door de scanner en het is verder in orde zo. 10 meter verderop staat er een man met uniform aan. Maar niet bij een loket ofzo. Als we langsrijden vraagt hij of het een camper is. Als we dit bevestigen maakt hij een handgebaar dat we door mogen. Even verderop stapt er een man de weg op. Hij komt naar ons toe en vraagt om ‘insurance green card’. Het is even wat onduidelijk wat hij nou bedoeld. Uiteindelijk laten we de kopie zien en het is allemaal in orde. Hij blijkt uit het hokje te komen waar je dus voor Albanië een verzekering kunt afsluiten.
Dit was de meest rommelige grensovergang ooit. Maar goed het is allemaal oke en we kunnen door. We volgen de route, het landschap is na Griekenland echt direct veranderd. We worden omringt door groene hoge bergen. De weg is best prima eigenlijk.

We worden wel soms ingehaald door Albanezen, maar het oogt allemaal redelijk rustig. Als we iets van een half uur onderweg zijn komt er een busje uit tegengestelde richting. Met zwaailichten aan en seinend naar ons. Er stapt iemand uit met een rood bordje, weet je wel waar we vroeger conducteurtje mee speelden. We stoppen en de man vraagt om paspoorten. Op het busje staat douane. Toch voelt het een beetje vaag. Hij kijkt eerst in Gerben zijn paspoort. Dan pakt hij de mijne en hij zoekt mijn gezicht. Ik kijk hem met een glimlach en oogcontact aan. Alles is oke en we mogen door. Mmm dit voelde heel raar. Ergens voelde het dat hij overwoog om geld te vragen, maar dat mijn oogcontact hem daarvan weerhield. En hij moet geweten hebben dat we eraan kwamen want van die afstand dat hij begon te seinen kon hij nooit ons kenteken zien. Heel apart, maar goed we zijn er mee weggekomen. De route leidt dwars door een dorpje, leuk om zo even kennis te maken met Albanië. De weg gaat over een nieuwe weg door de bergen. We gaan van zeeniveau naar 800 meter. Spruit heeft daar weinig moeite mee, al is het wel dat we met 40 naar boven gaan. Er rijdt een vrachtwagen voor ons die er beduidend meer moeite mee heeft, met krap 20 kruipt hij naar boven.

We moeten er een poosje achter blijven, een stuk verderop kunnen we er na de hele reeks die achter ons zat er voorbij. We zitten nog op een halve tank diesel. Wat opvallend is is dat veel tankstations die op google staan aangegeven al heel lang gesloten lijken. Als we dan bij een tankstation komen wat wel open is tanken we gewoon maar. Je weet nooit wanneer je de volgende treft. De man is vriendelijk en zegt dat je niet met kaart kan betalen. Dan vragen we voor euro, dat is prima. Hij noemt wel een soort rekensom maar daar snap ik niks van. Het zal wel. We betalen met euro’s en rijden weer weg, wetend dat we teveel hebben betaald. Maar het geeft niet, heeft die man ook een goeie dag. We rijden langs de rivier, heet water is knalblauw. De laatste 38 km gaan over een smalle weg. Het is wel tweebaans, maar de baantjes zijn vrij smal. Als iedereen z’n baan houdt dan gaat het goed, maar daar is niet iedereen hier even goed in. Het is ook veel bochten draaien en het schiet niet echt op. Maar goed, we komen er vanzelf. Als we door een dorpje rijden wil er iemand inhalen terwijl dat helemaal niet kan. Hij duikt toch maar weer achter ons. Wat dit trouwens voor nut had vragen we ons af, als we het dorp uit zijn is de auto ook weg. Opvallend is in die 3 uur dat we in Albanië hebben gereden dat de wegen best prima zijn. In Griekenland waren ze soms echt stukken slechter. En het stuk wat wij gereden hebben viel het afval erg mee. We rijden langs de rivier die echt knalblauw is.

Het regent inmiddels wel, maar we hadden erger verwacht. Als we eindelijk op de camping aankomen worden we vriendelijk onthaald door de eigenaresse. Er is verder niemand op de camping. Ze verexcuseerd zich voor de eenvoudige voorzieningen en dat het mogelijk modderig is door de regen. We moeten maar kijken of we het wat vinden en anders moeten we ons vrij voelen om ergens anders heen te gaan. Maar de ondergrond voelt prima, we kiezen een plekje een zetten de bus neer. Dikke prima.
Door de regen wordt het wel een middagje binnen zitten. Maar we lezen allebei een boek, heerlijk!
We zijn door de grensovergang weer een andere tijdzone ingegaan. In Bulgarije en Griekenland was het een uur later. Wat betekende ‘s morgens driekwartier later licht, en ‘ s middags ruim een uur later donker. Dit paste ons erg goed. We moeten nu weer even wennen aan dat om 16.15 de zon onder gaat.
15 december.
Vanmorgen zijn we vroeg wakker. Dat tijdsverschil merken we toch wel. We kijken de dienst en zijn geraakt door de woorden en beseffen ons dat we niet voor niets in Albanië zijn. Maar daarover vertel ik later meer.
Er wordt op de deur geklopt, Donna de eigenaresse staat voor de deur. Ze geeft een schoteltje met Albanese soort gesuikerd jelly koekjes. En een flesje water, maar ze zegt dat er zelfgemaakt wijn in zit.

Ook vraagt ze of ze nog wat mee moet nemen uit de stad, want daar gaat ze nu naar toe. Wat een aardige vrouw!
Maar we geven aan dat we straks met de fiets naar de stad gaan.
Na de dienst kleden we aan en Gerben haalt de fietsen van de fietsendrager. We stappen op en gaan op weg. Op google maps is een oude brug over de rivier te zien, dat moet vlakbij zijn. Het is even zoeken naar het juiste pad. Halverwege dit pad is het behoorlijk modderig door de vele regen van gisteren. Ik laat mijn fiets staan en loopt verder. We hebben toch niet helemaal het goed pad gekozen want we kunnen niet bij de brug komen. Daarnaast weet ik ook niet of ik er overheen zou durven. Een aangezien de rivier nu ook hoger staat vanwege de regen wil ik het er niet op gokken.

Gisteren was de rivier nog blauw, nu is hij bruin door de modder. We fietsen naar het stadje Permët aan de overkant van de rivier. Hier ligt een goede brug. We willen als eerste even geld halen. Dat lijkt ons hier wel zo handig. Op een plein zit een bank. Er zit een grote sticker van Maestro op maar toch accepteert hij mijn kaart niet. Gelukkig blijken er nog meer banken te zitten en hier kunnen we wel geld halen. Belachelijk wat voor kosten je moet betalen, maar goed het is niet anders. We gaan gewoon even door het stadje fietsen. Verderop staat er een grote rots. Je kunt hier ook op klimmen. Dus parkeren we de fiets en klimmen naar boven. Onderin blijkt de rots deels uitgehakt te zijn en is er een ruimte. Er lijkt iemand te wonen en er hangt een vreselijke pislucht.Bovenop hebben we mooi uitzicht over het stadje.

We gaan weer naar beneden en stappen weer op de fiets. We gaan maar ergens heen. Naar zo blijkt fietsen we niet door de mooiste straten van het stadje maar laat wel de rauwe werkelijkheid zien. Oude verrotte gebouwen waar wel mensen lijken te wonen. Met een rondje komen we weer uit op het plein. Hier ziet het er keurig uit. We moeten nog wat eten halen en gaan naar de supermarkt. Buiten staat het fruit en we willen verse mandarijnen meenemen. De vrouw van de winkel helpt en spreekt ons direct in het Engels aan. We mogen zelf pakken wat we willen, ze geeft een zakje. Als we het gevuld hebben weegt ze het af en doet er een sticker op. We gaan naar binnen in het winkeltje en kijken op ons gemak rond. De boodschappen lijken niet super goedkoop. Met wat vlees en lekkere dingen rekenen we uiteindelijk 1500 lek af. Ongeveer 15 euro. Zo kan ik gelijk mijn briefje van 5000 kleiner maken.
We stappen weer op de fiets en we willen via de andere kant van de rivier terug en een stukje voorbij de camping over een brug gaan. Maar de weg is wat anders dan het op google leek. Het is een gravelweg, met het eerste stuk alleen maar keien. Prima, we zien het wel. Verderop wordt de weg iets beter maar het is wel kuilen ontwijken.

We fietsen langs krotten, maar ook staan er wel nette huizen. Dan komen we langs een plek wat de lokale vuilnisbelt lijkt te zijn. Hier ligt wel veel afval. We fietsen door en komen 2 kuddes met schapen en hun herder tegen. De mensen zijn allemaal vriendelijk en zwaaien. Bij een paar huizen komen we 2 jongens van een jaar of 12 tegen, ze zeggen allebei hallo.
Aan de overkant zien we de camping en zien we Spruit staan. De brug is nog een stukje verder. Prima brug verder. We staan even stil en kijken naar de rivier.

Naast de brug is een restaurant, in een split second besluiten we om hier te gaan eten. En dat is de beste beslissing ooit. Als we de fietsen parkeren komt er net een kudde schapen langs die de brug oversteken. Een oudere dame bij het restaurant staat te grillen. Met een handgebaar vraag ik of we kunnen eten. Ze knikt van ja en wijst ons naar binnen. Er zitten 2 mensen binnen en de houtkachel brandt.
We spreken elkaars taal niet maar toch is het contact erg vriendelijk. We krijgen de kaart, het staat er zelfs in het Engels op. We bestellen wat we willen. De kleinzoon wordt naar binnen gestuurd, hij spreekt Engels. Zo komt het helemaal goed.
In het keukentje maakt ze de salade en patatjes.

Buiten op de grill maakt ze het vlees. Binnen een mum van tijd staat de tafel vol. Helaas heb ik niet zoveel bereik dus werkt google translate erg traag, dat is erg jammer. De mensen die binnen zaten zijn klaar en gaan weg, ze zeggen ook ons gedag.
We blijven over met de vrouw en haar man. Hij mist een hele rij tanden. Met het krakkemikkige google translate komen we erachter dat ze 30 jaar in Griekenland hebben gewoond en nu sinds een jaar terug zijn en dit restaurant zijn begonnen. De dame is al 70. Ze oogt erg kwiek. Haar man heeft in Griekenland een klooster gebouwd, trots showt hij foto’s ervan. Ik zeg dat Gerben ook timmerman is. Als de man het begrijpt wordt hij helemaal blij en geeft Gerben een high five. Ik zeg dat ik verpleegkundige in een ziekenhuis ben. Blijkt dat een nichtje van hem ook in NL verpleegkundige is. Gelijk gaat hij haar bellen en voor ik het weet zit ik met de mobiel van deze man in mijn handen met zijn nichtje te videobellen.

Ze woont en werkt in Maastricht in een verpleeghuis. Ze woont nu 1,5 jaar in NL en spreekt verbazingwekkend goed Nederlands. Ze is al 3 jaar niet in Albanië geweest en zodoende het restaurant van haar oom en tante nog niet gezien.
Ik baal ervan dat ik mijn camera niet bij me heb, want met name de man zou ik graag willen portretteren. Toch vraag ik het gewoon en maakt met mijn mobiel foto’s. Ik gooi ze door de nabewerking en dit is het resultaat.

Ik laat het zien en allebei vinden ze het erg mooi. Ik wil ze graag naar hun sturen en uiteindelijk via Facebook kan ik ze sturen.

Ze willen ook graag met ons op de foto.


Ik vraag wat het eten kost. Het is 11 euro. We maken er 15 van, want dat bedrag heb ik in Lek. De tranen springen in haar ogen als ik duidelijk maak dat het zo goed is. Ik krijg een dikke knuffel van haar. We krijgen koffie en voor vanavond een shotje rakia, zelfgestookt. Na de koffie nemen we afscheid met een warme knuffel. De zon is net onder. Wat een bijzondere ontmoeting dit. Alsof we familie waren, zo werden we behandeld. Je spreekt elkaars taal niet, maar toch konden we echte verbinding maken.
We fietsen terug naar de camper, het is waterkoud geworden.
Wat een geweldige dag, dankbaar!
Morgen trekken we weer verder.





Wat een bijzondere reis. Ik geniet van jullie verhalen en kijk uit naar het volgende reisverslag te lezen.
Wat een bijzondere ontmoeting zeg! wouw!
genieten!!
liefs,
Ilse
Ik reageer niet zo veel, maar lees alles en geniet er samen met jullie van